Venita deelt
De marketingafdeling van V!BE vroeg ons wie een stukje tekst wou schrijven over dit onderwerp.
Als zelfstandige vrouw, die het altijd zelf wil doen, voelde ik mij geroepen, uiteraard!
Ik, Venita De Smet. Iemand wie over alles een mening heeft. Iemand die geen filter heeft en beter soms eens zou nadenken alvorens ze iets zegt. Iemand die altijd het beste ziet in een persoon en dat er ook uit wil halen.
Natuurlijk voel ik mij de geknipte persoon om nu iets te schrijven. (Zegt ze nu vol zelfvertrouwen.)
En toch wist ik niet hoe ik hieraan moest beginnen..
Plots had ik een idee! Ik vroeg aan mijn vriend wat hij denkt bij elke letter van het woord ‘vrouw’. Voor ik dit vroeg had ik de letters voor mezelf al ingevuld.
Hij antwoordde het volgende:
Venita
Romantisch
Opmaken
Uniek
Wild
Mijn invulling is:
Vrij
Raar
Ongelooflijk
Uniek
Wonderbaarlijk.
1 woord komt overeen: uniek.
En dat is wat elke vrouw is: UNIEK!
Uniek in haar doen en laten, uniek in haar gedrevenheid, uniek in haar zorgzaamheid, uniek in haar zelfredzaamheid, uniek in haar overlevingsdrang.
EN ook uniek in haar besluiteloosheid, uniek.. in haar onzekerheid.
Ik begin mijn vorige zin bewust met het woord ‘en’ en niet het woord ‘maar’, want besluiteloosheid en onzekerheid zijn niet per se negatieve eigenschappen.
We moeten meer van onszelf houden! Van onze goede en minder goede kanten. Wat natuurlijk niet gemakkelijk is als je opgegroeid bent met Barbie en Ken als ideaalbeeld. Als je van thuis uit geleerd hebt dat het beter is om op de achtergrond te blijven.
Wees jezelf! Doe wat je wil doen, reageer zonder na te denken! Want weet je, als je familie en echte vrienden rondom je hebt dan verschieten ze hier niet van hoor. Want zo ben jij; en ze houden van je!
Hou dus van jezelf, hou van je kort lontje, hou van je onbezonnenheid, hou van je ‘kleine’ borsten, hou van je buikje dat je al jaren probeert weg te krijgen.
Weet je waarom?
Omdat dit is wat je mooi maakt: dit ben jij!
“Meisjes zijn ’t allermooist op aard,
Niets dat het schoonheid evenaart.
Zeg dat Van ’t Groenewoud het gezegd heeft.”
